BRAVOK

Controlehandelingen aan de motor.

BRAVOK

Hieronder verstaan we de controlehandelingen aan de motor voordat we gaan rijden. De letters BRAVOK staan voor:

Banden/Brandstof
Remmen
Accu
Verlichting/Vering
Olie
Ketting en tandwielen/Koelvloeistof

Wat te controleren aan de banden voor je gaat rijden:

  • Controleer de banden op de juiste spanning (schopje tegen geven).
  • Controleer de banden op haarscheurtjes (zijkant van de band door uitdroging).
  • Controleer de band op voldoende profiel (wetteljk minimaal 1.0 mm) over het gehele loopvlak.
  • Controleer of het ventieldopje op het ventiel zit (voorkomt door vuil langzaam leeglopen).
  • Controleer de velg of deze niet beschadigd is (moet rond zijn).

Wat te controleren aan de remmen voor je gaat rijden:
Controleer de weerstand van de remhendel:

  • Bij ver in knijpen, kans op slijtage remblokken.
  • Kans op lekkage van de remleidingen.
  • Kans dat er te weinig remvloeistof i/h reservoir zit.
  • Leeg drukken van remcilinder door boefjes.
  • Herstel de oorzaak van het probleem en/of laat het herstellen en ga dan pas weer rijden

Wat te controleren aan de trommelrem achter:
Op het achterwiel zit een indicator, die zo ver mogelijk naar voren moet wijzen. Hoe verder deze indicator naar achteren wijst, hoe meer de rem versleten is. Stellen met het stelmoertje kan, maar eens houdt het op.

  • Controleer of het ventieldopje op het ventiel zit (voorkomt door vuil langzaam leeglopen).
  • Controleer de velg of deze niet beschadigd is (moet rond zijn).

De accu valt niet veel over te vertellen. De meeste accu’s zijn onderhoudsvrij.

Wat we wel controleren zij de volgende punten:

  • Zijn de polen niet geoxideerd.
  • Of de bedrading goed vast zit en of deze op de juiste polen zitten.

Als de accu niet meer goed is, moet deze ingeleverd worden. Dus nooit zo weggooien. Accu’s bevatten een agressief zuur!

De verlichting controleren voor iedere rit die we gaan maken.

Door middel van contact te maken:

  • Kijken of alle verlichtingen het doen (stad/dim en grootlicht).
  • Kijken of de richtingaanwijzers werken.
  • Kentekenplaatverlichting.
  • Claxon controleren.

De vering controleren wij op de volgende punten:

  • Lekkage van de veerpoten voor- en achter.
  • Veren achter controleren op breuk.
  • Veren achter controleren op vuil (steentjes, stokjes, etc.).

De demping moet niet te strak of te soepel zijn afgesteld. Houd daarbij ook rekening met verandering van belading (vakantie etc.).

Voor het rijden moeten we de olie controleren. Dit doen we met een koude motor, en de motor moet rechtop staan. Dit doe je het makkelijkst door de motor op de middenbok te zetten.

De hoeveelheid olie die in de motor zit kunnen we aflezen aan de rechterzijde v/h motorblok, onderaan. Daar zit een kijkglaasje met daarnaast een minimum en een maximum streepje. Het spreekt voor zich dat het oliepijl niet boven het maximum, en niet onder het minimum mag komen.

Het bijvullen van de olie gaat door middel van de vuldop boven het kijkglaasje.

Mocht er op de motor geen kijkglaasje aanwezig zijn, dan zit er aan de vuldop een pijlstokje waarop het minimum en maximum zijn aangegeven.
Het bij vullen steeds met kleine beetjes tegelijk en tussendoor controleren of het niveau op peil is.

  • De ketting controleren wij op speling (1.0 cm naar boven en beneden).
  • De ketting moet gesmeerd zijn en er mag geen vuil tussen zitten (zand & steentjes).
  • De ketting moet soepel zijn, en de rubbertjes niet uitgedroogd.

De tandwielen slijten evenredig aan de ketting.
Wanneer deze versleten zijn lijken zij op “haaientanden” (schuin afgesleten). Als de tandwielen aan vervanging toe zijn, wordt ook de ketting vervangen.

Om te voorkomen dat de ketting en tandwielen snel slijten, kunt u het beste niet te snel optrekken.

Nog enkele tips

Het benzinekraantje zit altijd aan de linker zijkant van de motor.
In geval van te weinig brandstof kun je de benzinekraan omzetten om op reserve.

Als er een spijker in een van de banden zit, deze niet meteen verwijderen. Op die manier kan de lucht er nog sneller uitlopen. Rijd in dat geval rustig naar de dealer en laat de band vervangen.

Geef niet onnodig tussengas bij het stilstaan of wegrijden, dit geeft geluidoverlast en verbruikt onnodig brandstof.

Kijk met rijden ver vooruit en kijk bochten ver door. Kijk in een bocht nooit opzij, op die manier verlaat je de ideale rijlijn.

Remmen doen we hoofdzakelijk met de voorrem in combinatie met de achterrem. 70% voorrem en 30% achterrem. In bochten controleren we de snelheid met de achterrem.

Op de vraag wat voor koeling de motor heeft antwoorden wij:

  • Vloeistof en luchtkoeling.
  • Koeling d.m.v. koelvloeistof en rijwind.